Daarom roept u, allen die minnaars zijn, de maand mei in herinnering.
Het was de maand mei, de maand waarin minnaars, onderworpen aan dezelfde kracht die de planten doet ontwaken, hun hart weer open voelen gaan, terugdenken aan vroegere vertrouwensrelaties en geloften, en momenten van tederheid, en verlangen naar een vernieuwing van het magische bewustzijn dat is liefde.
De maand mei is aangebroken, waarin elk wellustig hart begint te bloeien en vruchten begint af te werpen.
Het was de maand mei, de maand waarin het gebladerte van kruiden en bomen het verst groen is als de knoppen rijpen en de bloesems verschijnen in hun geur en lieflijkheid.