Stilte is alleen maar nodig als men iets waardevols te zeggen heeft. In het zwijgen lijken zelfs narren wijzen.
De zeggingskracht van een betoog is recht evenredig aan de intelligentie van degene die het formuleert, net als zijn geloofwaardigheid dat is aan de stomheid van degene voor wie het is bedoeld.
Als het op liegen aankomt, moet men niet letten op de aannemelijkheid van het verzinsel, maar op de hebzucht, ijdelheid en domheid van de persoon die het doelwit is. Men liegt nooit tegen anderen, ze liegen tegen zichzelf. Een goede leugenaar geeft de onnozelaars wat ze willen horen. Dat is het hele geheim.
Mensen wennen, hetzij uit angst, hetzij uit eigenbelang of sulligheid zo aan liegen en het herhalen van de leugens dat ze zelfs liegen wanneer ze geloven de waarheid te spreken.
Gezegend is hij tegen wie de idioten tieren, want zijn ziel zal hen nooit toebehoren.
Jaloezie is de religie van de middelmatigen.
Het sterkt ze, het beantwoordt aan de onrust die vanbinnen aan ze knaagt en uiteindelijk verteert het hun ziel, terwijl het ze toestaat hun eigen kleinzieligheid en hebzucht te rechtvaardigen totdat ze denken dat het deugden zijn.
De moeilijkheid is niet om geld te verdienen, maar om het te verdienen met iets wat de moeite waard is om je leven aan te wijden.
Onderscheid leren maken tussen waarom een mens bepaalde dingen doet en waarom hij zégt dat hij ze doet, is de eerste stap naar zelfkennis.
Gebruik het hoofd dat God op je nek heeft gezet en schep je eigen libretto, want het leven zit vol met smokkelaars de er spuit zijn om het hooggeëerde publiek de hersens vol te stoppen met de flauwekul die hun van pas komt om met de voorgehouden wortel boven op de ezel te kunnen blijven zitten.
“Poëzie schrijf je met tranen, een roman met bloed, en de geschiedenis met onzichtbare inkt”, zei de kardinaal terwijl hij bij het licht van de kandelaar het scherp van de snede insmeerde met gif.