June valt in slaap op haar baar met bloemen. Tevergeefs worden dauwdruppels over haar besprenkeld, tevergeefs willen winden haar weer tot leven wekken, haar uren zijn geteld op de bloemenwijzerplaat.
Als april opzij stapt voor mei, glinsteren alle regendruppels als diamanten, verse viooltjes openen zich elke dag voor een nieuwe vogel, elk uur dat we luisteren.