Thomas Carlyle:
(4 december 1795 – 5 februari 1881).
Schots essayist, historicus en filosoof.
Bekend als de “wijsgeer van Chelsea”, beïnvloedden zijn geschriften sterk de intellectuele en artistieke cultuur van het Victoriaanse tijdperk.
Carlyle was een kritische denker die vraagtekens zette bij het liberale democratische ideaal van zijn tijd. Hij geloofde meer in het belang van sterke leiders (“great men”) dan in de collectieve wijsheid van de massa.

Echte humor komt voort zowel uit het hart als uit het hoofd; hij is geen verachting; zijn innerlijk wezen is liefde; hij barst niet in lachen uit, maar glimlacht; een lach van veel dieper betekenis.

Stilte is zo diep als de eeuwigheid; Spraak is zo oppervlakkig als de tijd.

Lange stormachtige lente, nat controversieel april, koude winter in mei; maar uiteindelijk komt het seizoen van de zomer.
De gedachte, dat de vrijheid van een mens zou bestaan in zijn stem te geven bij verkiezingen, en te zeggen: ‘Zie, ik heb ook mijn twintigduizendste deel van een spreker in onze nationale vergadering, zullen alle goden mij nu niet gunstig gezind zijn?’, deze is het meest plezierig.
