Mijn verjaardag is eind maart, precies op de plek waar de seizoenen samenkomen. Als de zon warm is, maar de wind koud, en de bomen beginnen te bloeien, maar de grond nog niet helemaal is ontdooid. Mijn moeder zegt graag dat ik met één voet in de winter ben geboren en met de andere in de lente.
Misschien waren we gebroken. Maar we hebben onszelf weer opgeraapt. We hebben het overleefd. Dat is wat ons zo krachtig maakt.
Maart is zo’n wispelturige maand. Het is de naad tussen winter en lente, hoewel de naad een gelijkmatige zoom suggereert, en maart meer lijkt op een ruwe lijn van steken die zijn genaaid door een onvaste hand, wild heen en weer zwaaiend tussen januari-vlagen en juni-groen. Je weet niet wat je zult aantreffen, totdat je naar buiten stapt.
Dat is het probleem met maart – de warmte duurt nooit lang.