Confucius:
(Chinees: 孔子; pinyin: Kǒngzǐ, letterlijk “Meester Kong”) (Qufu, 551 v.Chr. – aldaar, 479 v.Chr.)
Chinese filosoof en politicus tijdens de Zhou-dynastie (dus nog voor de vorming van het Chinese keizerrijk). Hij wordt gezien als “Wanshishibiao”, een voorbeeld voor alle leraren. Hij werd geboren als Kong Qiu in de stad Qufu in de Chinese staat Lu in de tegenwoordige provincie Shandong. In de Gesprekken van Confucius (Lunyu) zijn 499 uitspraken die Confucius zou hebben gedaan, bewaard gebleven.
Wie de baas is over zichzelf, hoeft zich niet te meten met anderen.
Weten wat juist is en het niet doen is de ergste lafheid.
Er is één woord dat als regel voor het hele leven kan dienen: wederkerigheid.
Een mensenleven in deze wereld is niet meer dan het tijdelijk verblijf van een gehaaste reiziger.
We hebben twee levens en het tweede begint wanneer we ons realiseren dat we er maar één hebben.
Alles heeft schoonheid maar niet iedereen ziet het.
Een groot man is hard voor zichzelf; een kleine man is hard voor anderen.
Elke waarheid heeft vier hoeken. Als leraar zal ik je een hoek geven, het is aan jou om de andere drie te vinden
Een zaadje groeit zonder geluid, maar een boom valt met enorm lawaai. Vernietiging maakt lawaai, maar schepping is stil. Dit is de kracht van stilte … Stil groeien.
Fouten hebben, en die niet verbeteren, dat is pas fouten hebben.
Het maakt niet uit hoe langzaam je gaat, als je maar niet stopt.
Hoe wilt u de dood begrijpen? U begrijpt het leven nog niet eens.
Het is niet de waarheid die de mens groot maakt, maar de mens die de waarheid groot maakt.
Waar je ook gaat, ga met heel je hart.
Van nature zijn mensen bijna gelijk; door opvoeding komen ze ver uit elkaar te staan.
Bij een goed einde hoort een goed begin.
Pas als je naar de overkant van de zee roeit, zal je ondervinden wie je werkelijk bent.
Wie bij zijn spreken geen bescheidenheid betracht, zal moeite hebben zijn woorden goed te maken.
In een goed geregeerd land is armoede iets om je over te schamen. In een slecht geregeerd land is rijkdom iets om je voor te schamen.
De man die een vraag stelt is een dwaas voor een minuut, degene die niet vraagt is een dwaas voor het leven.
Onze grootste overwinning is niet dat we nooit falen, maar dat we telkens als we struikelen weer opstaan.
Een mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel te luisteren dan te praten.
Geef me werk wat bij me past en ik hoef nooit meer te werken.
De stilte is een vriend die je nooit verraadt.
De hele kunst van het spreken is: begrepen te worden.