Sarah Doudney:
(15 januari 1841, Portsea, Portsmouth, Hampshire – 8 december 1926, Oxford).
Engelse fictieschrijfster en dichteres. Ze is vooral bekend om haar jeugdliteratuur en haar hymnen.

Vaarwel, oud jaar; we lopen niet meer samen; Ik vang de zoetheid van je laatste zucht op, en gekroond met gele varen en verdorde heide, zie ik je onder deze bewolkte hemel staan. Hier in het schemerige licht van een grijze decembermaand nemen we afscheid in een glimlach, en toch ontmoeten we elkaar in tranen; Toen ik naar je kille dageraad keek, herinner ik me nog goed dat ik dacht: de droevigst geborene van alle jaren.

Een kleine vogel twittert op een bladerloze nevel, op het sneeuwafval breekt een gouden glans. Welk teken kan ik mijn vriend vandaag geven? Maar februari bloeit, puur en koud? Zwakke geschenken uit de half onwillige hand van de natuur. Ik zie de tekenen van de lente in het land. Deze kille sneeuwklokjes, vers van winterse prieeltjes, zijn de voorlopers van een wereld van bloemen.