Eduard Douwes Dekker:
(2 maart 1820 – 19 februari 1887).
Beter bekend onder zijn pseudoniem Multatuli (van Latijn multa tulī, “ik heb veel geleden”), was een Nederlandse schrijver die het meest bekend is om zijn satirische roman Max Havelaar (1860), waarin hij de misstanden van het kolonialisme in Nederlands-Indië (het huidige Indonesië) aan de kaak stelde. Hij wordt beschouwd als een van Nederlands grootste auteurs.
Het vinden van de waarheid, dat is het naderen tot waarheid, zou niet zo moeilijk wezen, als we minder lafhartig waren. In zeer veel gevallen durven we niet weten wat waar is.
Verloren illusies zijn gevonden waarheden.
Vrije studie is ’t onbelemmerd streven naar waarheid.
Er is maar één kwaad, één misdaad, één zonde: gebrek aan hart.
Er is niets poëtischer dan de waarheid. Wie er geen poëzie in ziet, zal daarbuiten altijd een armzalige verdichter zijn.
Misschien is niets helemaal waar, zelfs dit niet.
Het is oneerlijk van een cirkel om de hoek ervan te beschuldigen scherp te zijn.
Twee linker-handschoenen maken geen paar handschoenen. Twee halve waarheden maken geen waarheid.
Principes zijn dingen die men aanroept om iets onaangenaams te vermijden.
Men moet alles leven, zelfs als het leven een hel is: misdaad baart schaamte, geen monetaire beperking.
Onsterfelijkheid zonder eeuwigheid is een touw met maar één uiteinde.
De parelduiker vreest de modder niet.
Van de maan af gezien, zijn we allen even groot.
Staatkundige vrijheid is ’n goede zaak, maar ’t is niet de moeite waard die te geven aan ’n Volk dat zichzelf aan banden legt waar ’t niet nodig is. Wat baat het of de kooi van ’t vogeltje wordt opengezet, als t’ arme dier dom genoeg was z’n slagpennen uit te trekken, of als ’t in vliegen geen lust heeft?